Oorspronkelijke welvaartssamenleving

De oorspronkelijke welvaartssamenleving (original affluent society) is een theorie dat de jager-verzamelaars een overvloedige welvaart kenden. Marshall Sahlins stelde dit in 1966 tijdens het congres Man the Hunter. Hiermee ging hij in tegen het tot dan toe heersende idee dat deze samenlevingen primitief waren en een continu gevecht leverden om te overleven. De welvaart kwam volgens Sahlins niet voort uit een overvloedig aanbod, maar uit een geringe behoefte. Hiermee contrasteerde Sahlins de moderne Galbraithean way[1] van de markteconomie – met zijn grote behoefte en daarmee kunstmatig gecreëerde continue schaarste – met de Zen road to affluence van de jager-verzamelaars, waar rekening wordt gehouden met de beperktheid en eindigheid van het aanbod en genoegen wordt genomen met een lage levensstandaard.

Het idee dat vroege samenlevingen zich op de rand van hongersnood bevonden, werd invloedrijk door Herbert Spencer die in 1864 Principles of Biology publiceerde. Deze staat zou resulteren in een malthusiaans evenwicht waarbij de beperkingen van de voedselproductie de bevolkingsgroei remde. Alexander Carr-Saunders stelde in 1922 in The Population Problem op basis van antropologische observaties van moderne jager-verzamelaars dat er juist sprake was van gezonde samenlevingen in evenwicht. Sahlins borduurde hierop voort en zijn werk heeft in grote mate bijgedragen aan een positiever beeld van de jager-verzamelaars, al worden zijn conclusies niet volledig meer onderschreven.

  1. John Kenneth Galbraith had in 1958 The Affluent Society gepubliceerd

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy